De coach

 

De coach

Wat is een "goede" coach ?

De beheersing van technieken en hulpmiddelen is belangrijk maar niet voldoende. Het is noodzakelijk dat een coach relaties kan scheppen om zo een band van vertrouwen en wederzijds respect op te bouwen.

Naast een zekere innerlijke volwassenheid, is het van belang dat de coach een persoonlijke ontwikkeling kan rechtvaardigen, een plaats voor regelmatige supervisie en therapie heeft zodat hij zijn eigen beperkingen kent en eraan kan werken.

Ten slotte moet hij duidelijk een ethisch charter en deontologische code onderschrijven.

 

Hoe vindt men een goede coach ?

Het EMCC Belgium stelt u een lijst voor met coaches die aan het proces van titularisatie hebben beantwoord waardoor ze erkend zijn als bekwame en professionele coaches die het ethisch charter van het beroep en onze vereniging onderschrijven.

De getitulariseerde EMCC Belgium coaches hebben een specifieke opleiding gevolgd tot het beroep van coach, hebben een plaats voor supervisie, hebben een effectieve coaching ervaring en bevinden zich in een werkproces van regelmatige en diepgaande zelfontwikkeling.

 

Wat zijn de "ingrediënten" voor een goede coach ?

Een goede coach respecteert zijn ethisch charter, werkt constant aan zichzelf, heeft respect voor de persoon en wat deze met zich meebrengt, maar is vooral geboeid door zijn beroep. Dat zijn volgens V. Lenhardt de kwaliteiten die nodig zijn om een “goede” coach te zijn. Of het nu goed of niet goed is, het is niet de coach die goed is maar wel de resultaten. Men moet kunnen achterhalen of de gewenste resultaten werden behaald of niet… dat is de ware vraag. Het is altijd interessant om zich af te vragen waarom de doelstellingen niet werden behaald. Een goede coach zal zich de vraag stellen: “Ok, we zijn erin geslaagd, maar waarom?“ Hij moet zichzelf niet alle eer toestrijken, het is ook de persoon die haar eigen hulpmiddelen heeft gebruikt om vooruitgang te boeken. En als het niet gelukt is, moet de coach zichzelf ook de juiste vragen kunnen stellen.

  • Het zichzelf kunnen zijn en “met anderen zijn” die een relatie kan opbouwen. De coach biedt een capaciteit van onthaal en welwillendheid.
  • Een capaciteit om de relatie te beheren. De coach kan begeleiden en onthalen zonder zichzelf te projecteren, met andere woorden zonder de andere in zijn eigen neurose en onopgeloste conflicten te brengen (vormen van perversie in verband met autoriteit, macht, geld, seksuele droombeelden, ...).
  • Een vermogen de problemen en uitdagingen van de klant te begrijpen, zonder noodzakelijkerwijs specialist te zijn in de activiteitensector van de coachee.
  • Een technische bagage die de hulprelatie professionaliseert: actief luisteren, feedback, methoden die de mogelijkheid bieden om de andere te verlossen van zijn remmingen door hem/haar te helpen z’n energie te versterken. (Lenhardt, 2006).